Vanaf
boekjaar 2014 is er een nieuwe regeling ingevoerd betreffende de belastingen op
de reserves bij liquidatie van de vennootschap, ook wel liquidatiebonus
genoemd. Deze bedraagt op heden 25%. Dit wel zeggen bij stopzetting van uw
vennootschap betaalt u op de reserves die opgebouwd zijn tijdens het bestaan
van uw vennootschap 25% belastingen.
De nieuwe regeling houdt in dat u bij de afsluiting welke dit jaar weer moet gebeuren kan opteren om 10% afzonderlijke belastingen te betalen op de winst of een deel van de winst bovenop de gewone belastingen van het boekjaar, zijnde bij het verlaagde tarief 24,93% op de eerste € 25.000, 31,93% tot € 90.000. Op deze gereserveerde winst die reeds afzonderlijk werd belast aan 10% dient u bij stopzetting geen 25% liquidatiebonus meer te betalen. Wenst u deze gereserveerde winst binnen de 5 jaar toch uit uw vennootschap te halen moet u 15% bijkomende roerende voorheffing betalen bovenop de 10% welke u reeds betaalde, na 5 jaar is dit 5% roerende voorheffing. Een gewone stopzetting, bijvoorbeeld volgend jaar, zorgt niet voor extra roerende voorheffing als u geopteerd hebt voor de 10% afzonderlijke belastingen.
De nieuwe regeling houdt in dat u bij de afsluiting welke dit jaar weer moet gebeuren kan opteren om 10% afzonderlijke belastingen te betalen op de winst of een deel van de winst bovenop de gewone belastingen van het boekjaar, zijnde bij het verlaagde tarief 24,93% op de eerste € 25.000, 31,93% tot € 90.000. Op deze gereserveerde winst die reeds afzonderlijk werd belast aan 10% dient u bij stopzetting geen 25% liquidatiebonus meer te betalen. Wenst u deze gereserveerde winst binnen de 5 jaar toch uit uw vennootschap te halen moet u 15% bijkomende roerende voorheffing betalen bovenop de 10% welke u reeds betaalde, na 5 jaar is dit 5% roerende voorheffing. Een gewone stopzetting, bijvoorbeeld volgend jaar, zorgt niet voor extra roerende voorheffing als u geopteerd hebt voor de 10% afzonderlijke belastingen.